Kennismaken met het begrip ‘Filoanalyse’

Filoanalyse: een nieuwe filosofische begeleidingsmethode

Met de lancering van Filoanalyse is er een nieuwe begeleidingsmethode beschikbaar die filosofie en analyse combineert. De methode richt zich op het verkrijgen van meer grip op de eigen leefwereld en het versterken van persoonlijke identiteit.

Filoanalyse is opgebouwd uit twee kernbegrippen: filosofie en analyse. Filosofie betekent kritisch nadenken over fundamentele vragen zoals “wat is waar en wat niet?” of “wat is goed en slecht?”. Analyse is het onderzoeken en ordenen van wat we ervaren. Samen vormen ze een systematische aanpak om beter te begrijpen hoe persoonlijke omstandigheden ons welzijn beïnvloeden. (De methode Filoanalyse – 6 stappen naar helderheid & grip)

Veel mensen ervaren tegenwoordig klachten van onbehagen, zonder dat er sprake is van een medische diagnose. Het gaat bijvoorbeeld om concentratieproblemen, piekeren, voelen angst of hebben een voortdurend gevoel van onrust. Deze klachten vallen soms onder de noemer “niet-gespecificeerde depressie” (DSM-5, code 311/F32.9)1, maar hoeft niet altijd een psychiatrische behandeling te vereisen.

Filoanalyse biedt juist in deze situaties een alternatief. Waar psychiatrische hulp zich vaak richt op de psyche, kijkt filoanalyse naar de context waarin iemand leeft en keuzes maakt. Het helpt mensen hun twijfel en verlies van grip op hun leefomstandigheden te onderzoeken en beter te begrijpen. Daarmee wordt een onnodig medisch traject voorkomen.

De methode sluit aan bij inzichten van filosoof Martin Heidegger, die benadrukte dat de mens zich altijd verhoudt tot drie leefwerelden: de omringende wereld (natuur en dingen), de zelfwereld (relatie tot zichzelf) en de medewereld (de samenleving). Onbehagen ontstaat vaak wanneer grip op deze leefwerelden verloren gaat.

Filoanalyse helpt cliënten hun omstandigheden te analyseren, twijfel weg te nemen en weer richting te vinden. Het resultaat is een sterker gevoel van welbevinden en meer ruimte om eigen keuzes te maken.

  1. Voetnoot: DSM-5 klasse: 311 (F32.9) ; Deze categorie is bestemd voor aandoeningen waarbij de symptomen kenmerkend zijn voor een depressie die het functioneren op sociaal of beroepsmatig gebied belemmert of beperkt, maar waarbij niet alle criteria aanwezig zijn die voor afwijkingen gelden die vallen onder de diagnostische klasse van depressieve stoornissen.

    De categorie van niet-gespecificeerde depressieve stoornissen wordt gebruikt in situaties waarin de clinicus er voor kiest de reden niet op te geven waarom er niet wordt voldaan aan de criteria voor een bepaalde depressieve stoornis en het omvat aandoeningen waarvoor onvoldoende informatie aanwezig is om een specifieke diagnose te stellen (bijvoorbeeld als een cliënt zich meldt bij een instelling)
    ↩︎